Filippijnen

Eskrima 

Eskrima, Arnis, Kali, Estocada, en Arnis de Mano zijn ruwweg verwisselbare termen voor de traditionele krijgskunst van de Filipijnen (“Filipijnse Martial Arts”, of FMA).

Eskrima is de nationale sport en krijgskunst van de Filipijnen.Zij omvat gewapende gevechten met stokken, messen, zwaardachtige lemmet wapens en diverse geïmproviseerde wapens , alsmede ongewapende technieken. Het is ook bekend als Estoque (Spaans voor Rapier), estocada (Spaans voor stuwkracht of steken) en Garrote (Spaans voor Knuppel). In Luzon bekend als Arnis de Mano. Deze kunsten zijn reeds eeuwen geleden ontstaan en hebben zich voortdurend verder ontwikkeld voor hun functie in de oorlogen.

Oefen wapens in Eskrima.

Een assortiment Filipijnse zwaardachtige messen / lemet wapens

Met Eskrima leert de eskrimador gewapend en ongewapend vechten en zich verdedigen. Men kan wel stellen dat de lemet wapens de belangrijkste groep wapens bij het Eskrima zijn en het merendeel van de technieken uitmaken. Een ander belangrijk wapen voor de eskrimador ( buiten de lemet wapens ) is de baton. Dit is een rotanstok met een lengte van 60 centimeter. In het Eskrima wordt zeer veel met drill gewerkt en is het belangrijk om de oefeningen zeer vloeiend uit te voeren.

Een set bamboe bastons

De inheemse krijgskunst die de Spanjaarden in 1610 ontdekten werd op dat moment nog geen Eskrima genoemd. In die tijd waren het allemaal losse stijlen van de verschillende Filipijnse volken. Deze stijlen stonden bekend onder hun lokale namen in de lokale talen. Zoals Paccalicali van het Ibanags volk, Didya (later veranderd in Kabaroan) van het Ilokanos volk, Sitbatan of Kalirongan van het Pangasinenses volk, Sinawali (“om” te weven) van het Kapampangans volk, Calis of Pananandata (“gebruik van wapens”) van het Tagalogs volk, Pagaradman van het Ilonggos volk en Kaliradman van het Cebuanos volk.

Kuntaw en Silat zijn aparte krijgskunsten die ook beoefend worden in de Filippijnse archipel.

Opmerkelijke eskrimador van Balintawak Lineage: (van links naar rechts) “Chito” Velez, “de la Rosa”, “Nene” Geldof, “Anciong” Bacon, Ray La Victoria, “Bobby” ter teugel, en de in het Fort San Pedro, Cebu City (c. 1976).

Eskrima omvat ook een ongewapende techniek of stijl. Bestaande uit stoten, trappen, klemmen, verwurgingen, worstelen en ontwapenings technieken. Hoewel bij Eskrima in het algemeen vooral de nadruk wordt gelegd op wapens, hebben sommige scholen de lege hand als primaire focus. En sommige oude scholen kennen helemaal geen wapen systemen.

Nogmaals, Arnis, Eskrima, Kali, Estocada, en Arnis de Mano verwijzen allemaal naar dezelfde familie van Filipijnse gewapende krijgskunsten en vecht systemen. Zowel Arnis en Eskrima zijn afgeleid uit het Spaans:

  • Arnis stamt van het Arnés , het oude Spaans woord voor “pantser”.
  • Eskrima (ook gespeld Escrima/Eskrima) is een Filipijnse verbastering van het Spaanse woord voor schermen, Esgrima. In het Frans is het Escrime en is verwant met de Engelse term ‘ schermutseling ‘.
  • Kali heeft meerdere theorieën over zijn oorsprong:
  • 1 het woord komt uit tjakalele , een stammen stijl van stok schermen uit Indonesië. Dit wordt ondersteund door de gelijkenissen tussen tjakalele en Eskrima, en de nabijheid van Mindanao aan Indonesië.
  • 2 Kali is een meng woord van de Cebuano woorden “kamot”, ( hand ), en “lihok”, ( beweging ).
  • 3 In de Ilocano taal, betekent Kali, “graven” en ” steken”.
  • 4 Er bestaan meerdere termen voor krijgskunsten zoals kalirongan, kaliradman, en pagkalikali. deze kunnen de oorsprong van de term Kali zijn.
  • 5 Kalirongan betekent “Karunungan ng Lihim” of “wijsheid van (de) Secret (Fighting arts)” of “wijsheid van Kali”.
  • 6 Kali was een woord voor Lemmet, en dat de Filipijnse woorden voor rechterhand (Kanan) en linkerhand (Krol) zijn samentrekkingen van de termen “manier van het blad” (Kali daanan) en “without Blade” (Kali Wala) de wapens worden meestal in de rechterhand gehouden en de linkerhand is meestal leeg.
  • Kali als verwijzing naar Filipijnse krijgskunsten niet bestond tot dat Placido Yambao, de term Kali, als de inheemse moeder der krijgskunst van de Filippijnse eilanden, noemt.
  • Het meest waarschijnlijke is dat Kali is afgeleid is van de pre-Hispanic Filipijnse term schermen, Calis, “kalis / dolk” en op Mindanao (calis – kris, ) Soms verwijst de term calis naar een zwaard of mes / kris of keris, en soms naar zowel zwaarden en messen en het gebruik ervan als een vorm van esgrima / stick vechten.

Beoefenaren van de Arnis stijlen heten arnissador (mannelijk, meervoud arnisadores) en arnisadora (vrouwelijk, meervoud arnisadoras) voor degenen die liever de term Eskrima gebruiken eskrimador (mannelijk, meervoud eskrimadores) of eskrimadora (vrouwelijk, meervoud eskrimadoras).

Oorsprong

Eskrima was een vecht kunst welke meestal beoefend werd door de armen of midden klasse (in tegenstelling tot de adel of krijger klassen), de meeste beoefenaars ontbrak het aan scholing, dus elke vorm van geschreven documentatie ontbreekt. Hoewel hetzelfde kan worden gezegd van vele krijgskunsten, geldt dit vooral voor Eskrima. Bijna alle bekende geschiedenis is anekdotisch en mondeling. De oorsprong van Eskrima kan herleid worden naar inheemse vechtkunsten welke tijdens conflicten onder de diverse Pre-hispanic Filipijnse stammen of koninkrijken gebruikt werden. Hoewel de huidige vorm van Eskrima veel invloeden van het oude Spaanse schermen uit de 15e eeuw bevat, heeft het ook andere invloeden, welke door kolonisten en handelaren die door de Maleise Archipel reisden mee gebracht werden. Zowel Silat, als Chinese, Arabische, en Indiase krijgskunsten zijn nog te herkennen. Sommige delen van de bevolking beoefenen nog heden ten dage Chinese krijgskunsten of stijlen die als kuntaw bekend staan.

Zoals bijna bij alle Aziatische krijgskunsten het geval is, ziet men duidelijk dat ook Eskrima wortels in India heeft. De Indiase krijgskunst Silambam, een oude stok/staf krijgskunst uit Zuid India (Tamil Nadu ), werd naar de Filippijnen gebracht door reizigers die via Indonesië en Maleisië naar de Filippijnse eilanden reisden. Silambam beïnvloedde veel krijgskunsten in Azië, zoals Silat, Krabi krabang en Subak. Daardoor heeft Eskrima dezelfde afstamming als deze andere systemen. Sommige Eskrima bewegingen zijn gelijk aan de korte stok (Kali of de kaji) en andere wapen stijlen van Silambam.

Toen de Spanjaarden voor het eerst in de Filippijnen landen, ontdekten ze op wapens gebaseerde krijgskunsten, beoefend door de lokale bewoners, die al dan niet kan worden gelinkt aan het huidige Eskrima. De vroegst geschreven verslagen van de Filippijnse cultuur en het dagelijks leven, met inbegrip van de krijgskunsten, komen van de eerste Spaanse ontdekkingsreizigers. Sommige vroege expedities vochten met de inheemse stammen welke waren bewapend met stokken en messen. In 1521, werd Ferdinand Magellan gedood in Cebu tijdens de slag van Mactan door de strijdkrachten van Datu Lapu-Lapu, de leider van Mactan. Sommige Eskrima beoefenaars beweren dat de krijgers van Datu Lapu-Lapu, Ferdinand Magellan tijdens een zwaard-gevecht doodden, hoewel het historische bewijsmateriaal anders beweerd. Het enige ooggetuigenverslag van de strijd door de geschiedkundige Antonio Pigafetta, vertelt dat Magellan met speren in het gezicht en de armen werd gestoken en door meerdere krijgers gestoken en in stukken gehakt.

De inboorlingen bleven ons achtervolgen, en door het elke keer weer oppakken van dezelfde speren, vier, vijf, zes keer, slingerde ze deze naar ons, opnieuw en opnieuw. Ze herkende de kapitein, zo velen wierpen hun speer naar hem, dat ze zijn helm tot 2 keer toe van zijn hoofd gooiden, maar hij stond samen met enkele anderen, altijd standvast, zoals het een goede ridder betaamd. Zo hebben we meer dan een uur gevochten, weigerend om ons over te geven. Een Indiër slingerde een bamboe speer in het gezicht van de kapitein, maar hij dode hem onmiddellijk met zijn lans, die hij in het lichaam van de Indiër liet. Dan, proberend om zijn hand op zijn zwaard te leggen, kon hij hem er maar halverwege uit trekken, omdat hij door een bamboe speer in de arm was verwond. Toen de inboorlingen dat zagen, sprongen zij allen op hem. Één van hen verwondde hem aan zijn linkerbeen met een grote Cutlass, die op een Scimitar leek, alleen groter. Dat zorgde er voor dat de kapitein op zijn gezicht viel. En ze rende onmiddelijk naar hem toe met ijzeren en bamboe speren en met hun degens. Totdat ze onze spiegel, ons licht, ons comfort, en onze ware gids vermoorden. Toen ze hem verwondden, keerde hij vele malen terug om te zien of we allemaal in de boten waren. Derhalve, beseffende dat hij dood was, trokken wij ons terug met onze gewonden, zo kwamen wij aan bij de boten, die reeds weg trokken.

Katipunan

Wegens het door conflicten -geteisterde karakter van de Filippijnse archipel, waar de haven-koninkrijken vaak in oorlog met elkaar waren en elkaar overviellen, werden de strijders in de vele oorlogen op de eilanden gesmeed tot geharde krijgers, dus tijdens de prekolonie era. Het geografische gebied verwierf een reputatie voor zijn bekwame huurlingen, die spoedig over heel Zuidoost-Azië werden tewerkgesteld. Lucoes (krijgers uit Luzon) hielpen de Birmese koning in zijn invasie van Siam in 1547 AD. Op hetzelfde moment, vochten Lusung krijgers naast de Siamese koning en werden geconfronteerd met het zelfde olifant leger van de Birmese koning in de verdediging van de Siamese hoofdStad Ayuthaya. De Sultan van Malakka bevrijde zijn stad van de Portugezen met een vloot schepen van Lusung in 1525.

Pinto merkte op dat er een aantal van hen in de islamitische vloten meevoeren, die naar de oorlog met de Portugezen in de Filipijnen gingen, in de 16e eeuw. De Sultan van Atjeh gaf een van hen (Sapetu Diraja) het beheer van het gebied Aru (Noordoost-Sumatra) in 1540. Pinto zegt ook dat hij werd uitgeroepen tot leider van de Malays die nog in de Molukken woonden na de Portugese verovering in 1511.  Pigafetta merkt op dat één van hen het bevel voerde over de vloot van Brunei in 1521. Dat was de beroemde Lucoes, Regimo de Raja, die door de Portugesen in Malacca, tot Temenggung werd benoemd of opperste gouverneur.

De meningen verschillen over de mate waarin de Spaanse overheersing in de Filipijnen het Eskrima heeft beïnvloed. Het feit dat een groot aantal technieken en de kunsten zelf (Arnis/Arnes, Eskrima/Esgrima, Garrote, Estoque, enz.) Spaanse namen hebben suggereren een zekere mate van invloed. Sommigen betogen echter dat de Spaanse namen in de krijgskunst gewoon het feit onderstrepen dat het Spaans de voertaal was van de Filipijnen tot het begin van de 20e eeuw, en dat de werkelijke Spaanse invloed op de krijgskunst beperkt was.

Wat vast staat is dat de Spanjaarden het gebruik van de lemet wapen kunst (met inbegrip van het systeem van Destreza ontwikkeld door Carranza) introduceerden. Door het invoeren en gebruik van hun zwaarden, dolken en andere lemet wapens. Toen ze met het koloniseren van de archipel in de 16e eeuw begonnen. Ook bekend is dat de Spanjaarden militairen van Mexico en Peru inhuurden en hen naar de Filippijnen stuurden om hun troepen te versterken. Ze hadden ook huurlingen en lokaal getrainde strijders van de Pangasinenses, Kapampangans, Tagalogs, Ilonggos, Cebuanos en Warays. Om opstanden neer te slaan en gebieden te pacificeren tijdens de campagnes van Fray Casimiro Díaz in 1718.

De eerste die besloten om in opstand te komen waren de Pampangos, het meest oorlogszuchtige en vooraanstaande volk van deze eilanden, en woonden dicht bij Manilla. En het was des te gevaarlijker omdat deze mensen opgeleid waren in de krijgskunst in hun eigen scholen in de presidios (versterkte buitenposten) van Ternate, Zamboanga, Jolo, Caraga en andere plaatsen waar hun vaardigheden bekend waren. En er werd gezegd dat een Spanjaard plus drie Pampangos gelijk stond aan vier Spanjaarden.

Het is logisch dat deze inheemse strijders en buitenlandse militairen hun vaardigheden in de krijgskunsten aan zeer close vrienden en familieleden zouden hebben doorgegeven. En daarmee reeds bestaande lokale stijlen te beïnvloeden. Ook zouden deze buitenlandse krijgers en lokale strijders hun tactieken en technieken met elkaar delen wanneer zij samen in dezelfde militaire eenheid geplaatst waren en samen de oostandelingen bestreden in de buitengebieden zoals Formosa, Mindanao, de Molukkenen de Marianen.

Een van de meer prominente kenmerken van Eskrima, die wijzen op mogelijke Spaanse invloeden, is de Espada y David (Spaans voor “zwaard en dolk”) methode, een term die ook word gebruikt in het Spaans schermen. De Filipijnse Espada y bat verschilt enigszins van de Europese zwaard en dolk technieken; de standen zijn verschillend aangezien de wapens die in Eskrima worden gebruikt typisch korter zijn dan Europese zwaarden. Volgens grootmeester Federico Lazo † (1938 – 2010), in tegenstelling tot het Europese historische schermen, is er geen aanval in de noordelijke Ilocano Kabaroan stijl van Eskrima. Het is meer een ontwijkende kunst. Aan de andere kant, het is wel aanwezig in een aantal Visayan stijlen. Zoals Yasay Sable estocada, en na vergelijkende studies, schat men dat 40% van de lemet georiënteerde stijl van Antonio “Klara” Ilustrisimo† (1904 – 1997) afstamt van de door de Spanjaarden geïntroduceerde Europese stijlen.

Na dat de Spanjaarden de Filippijnen hadden gekoloniseerd, werd een decreet uitgevaardigd dat de burgers verbood om de full-sized zwaarden (zoals de Kris en de kampilan) stijlen te beoefenen. Ondanks dit verbod vonden de beoefenaars manieren om de Kunsten te laten voort leven. Met behulp van stokken gemaakt van rotan en bamboe, in plaats van zwaarden en kleine messen, om als zwaarden te gebruiken. Vele van de kunsten werden van de ene generatie op de andere doorgegeven. Soms nam de kunst de vorm van een lokale dans aan, zoals de Sakuting stok dans. Of leven voort als de mock slagen in Moro-Moro (Moros y Cristianos) spelen. Ook als gevolg daarvan, is er een unieke en complexe stok techniek geëvolueerd in de Visayas en Luzon regio’s. Zuidelijk Mindanao heeft bijna uitsluitend lemmet-georiënteerde technieken behouden, aangezien de Spanjaarden en de Amerikanen de zuidelijke delen van dit eiland nooit hebben veroverd.

Hoewel het inheemse Eskrima / Arnis de inheemse vecht technieken met het oude Spaanse schermen en andere invloeden combineert, werd door de tijd heen een graad van systematisering bereikt, resulterend in een te onderscheiden Filippijnse krijgskunst. Nochtans, met uitzondering van een paar oudere en meer gevestigde systemen, was het gebruikelijk om de kunst van generatie tot generatie in een informele benadering door te geven. Dit was bedoeld om de traceerbaarheid van de herkomst van de stijl te bemoeilijken. Bijvoorbeeld, afgezien van het onderwijs van hun familieleden zoals zijn oom Regino Ilustrisimo, Antonio Ilustrisimo leek het vechten geleerd te hebben tijdens het zeilen rond de Filippijnen, terwijl zijn neef en student Floro Villabrille beweerde ook te zijn onderwezen door een blinde prinses Moro, in de bergen; een claim die later weerlegd werd door de oudere Ilustrisimo. Beide zijn sindsdien gestorven.

Moderne geschiedenis

Verschillende Filipijnse messen.

De Filipijnen krijgskunst is, wat bekend staat als, een Blade / Lemmet cultuur. In tegenstelling tot het westen, waar middeleeuwse en Renaissance strijdlustige en zelfverdediging Blade / Lemmet kunsten zijn verdwenen of getransformeerd tot sport, met de komst van vuurwapens. Mes vechten in de Filippijnen is een levende kunst. Lokale bewoners in de Filippijnen zijn veel meer geneigd om messen te dragen in plaats van vuurwapens. Zij worden in het algemeen door landbouwers gedragen als gereedschap. Door straatverkopers worden ze gebruikt om kokosnoten, ananassen, watermeloenen, andere vruchten en vlees te bereiden. Stiletto’s zijn goedkoop op straten te verkrijgen en kunnen evenals gemakkelijk verborgen worden. In feite is in sommige gebieden op het platteland het dragen van een landbouw mes als de itak een teken van de aard van het werk in die gebieden. In het land van Palau, de lokale term voor de Filipijn is, Chad Ra oles, wat letterlijk betekent “mensen van het mes”. Dit vanwege de reputatie van de Filippino’s voor de vele soorten uitvoeringen van messen en het gebruik ervan in Gevechten.

Filipijnse revolutie

In tegen stelling tot de mening van sommige moderne historici : dat het slechts de kanonnen waren, die de Filippijnse Revolutionairen de Spanjaarden hebben laten overwinnen, speelden de lemmet wapens ook een grote rol.

Tijdens de slag van Manilla, 1898. In een rapport van Cincinnati Enquirer

… De Filippijnse bewoners, net als alle verwanten Maleis volkeren, kennen geen krijgskunst sustemen en vechten niet volgens regels. Alleen op korte afstanden snijden en hakken met zijn zware mes. Het wapen heet machete, kampilan, Parang, of Kris. De manier van vechten is elke keer het zelfde. Snel en onverwacht hakkend en snijdend toeslaan, zonder de geringste poging tot zelfbehoud.

Het Mauser geweer, blijkt in dit type van gevecht een vergissing. Het heeft een magazijn van vijf patronen, die allen moeten worden gebruikt voordat hij kan herladen. Dat wil zeggen, als een soldaat de gelegenheid heeft om drie patronen af te vuren moet hij eerst de andere twee snel af vuren. Anders stelt hij zichzelf aan een mogelijke plotselinge aanval bloot met slechts twee patronen in zijn geweer. Misschien was het de schuld van de mannen, of hun ongeluk met hun slechte opleiding. Maar ze zijn vaak neergestoken, tijdens het herladen van hun geweren. Wat de verklaring ook is, er is iets mis met troepen bewapend met geweren en bajonetten die gestaag terug gedreven worden door inboorlingen gewapend met messen. De opstandelingen hebben een aantal geweren, maar de meeste van de gewonde Spaanse soldaten die ik heb gezien in de straten, hebben mes wonden.

Filipijns-Amerikaanse oorlog

De Amerikanen werden voor het eerst blootgesteld aan Eskrima tijdens de Filippijns-Amerikaans bevrijdings oorlog. Tijdens gebeurtenissen zoals het Balangiga bloedbad, waar de meeste werknemers van een Amerikaans bedrijf werden dood gehakt of ernstig gewond door de met lemet wapens zwaaiende guerillas. Maar ook in Balangiga, Eastern Samar -en in gevechten in Mindanao, waar een Amerikaanse onderhouds medewerker werd onthoofd door een Moro Warrior, zelfs nadat hij zijn .38 Colt revolver had geleegd in zijn tegenstander. Dat en soortgelijke gebeurtenissen leidden tot het verzoek en de ontwikkeling van de Colt M1911 pistool en de .45 ACP cartridge door kolonel John T. Thompson, Louis La Garde en John Browning. Deze hadden meer stop kracht. Zodat de gebruiker veilig kon herladen.

Tweede Wereldoorlog

Tijdens de tweede Wereldoorlog, vochten veel filippino’s tegen de Japanse bezetter met hun messen, lemmet wapens, als guerilla-strijders of als militaire eenheden onder de USAFFE . De United States Army Forces in the Far East was een militaire eenheid van het Amerikaanse leger in het Verre Oosten tussen 1941 en 1946. De eenheid werd op 26 juli 1941 opgericht met het hoofdkwartier in de Filipijnse hoofdstad Manilla. Generaal Douglas MacArthur werd benoemd tot commandant van USAFFE. Nu bekend als de tabak divisi.

Enkele van de grootmeesters waar bekend van is dat zij hun vaardigheden gebruikt hebben in de Tweede Wereldoorlog zijn : Antonio Ilustrisimo, Benjamin Luna-Lema, Leo Giron, Teodoro “Doring” Scholtens, broers Eulogio en Cacoy Cañete, timoteo “Timor” Maranga, SR, Jesus Bayas en Bosch tortal Bonganciso.

De guerrilla oorlogvoering beoefend door de Arnisadors was zo effectief, dat het Japanse rijk er niet in geslaagd is om meer dan 12 van de 48 provincies van de Filippijnen onder japanse controle te brengen.

Verspreiding

De kunsten hadden geen traditionele gordel of indelings systemen zoals heden ten dage bij de japanse systemen het geval is. Ze werden informeel onderwezen.

Er werd gezegd dat wanneer een student zich “meester” ging noemen dat werd beschouwd als belachelijk. Dat zou een virtuele dood rechtvaardigen wanneer het individu links en rechts zou worden uitgedaagd voor potentieel dodelijke duels door andere Arnisadores om naam te maken voor zichzelf.

Belt ranking is een recente toevoeging overgenomen van Japanse Kunsten, zoals Karate en Judo. Deze zijn meer populair geworden op de Filippijnen. Zij zijn toegevoegd om structuur aan de systemen te geven, en om beter te kunnen concurreren met de andere vechtkunsten.

Met betrekking tot zijn verspreiding buiten de Filippijnen, werd Eskrima of Arnis naar Hawaï en Californië gebracht. Dit gebeurde door Filippijnse arbeids migranten zo ver terug als de jaren 1920.

Het onderwijs werd strikt binnen de Filippijnse Gemeenschappen gegeven tot de jaren ‘ 60, toen de groot meesters zoals engelen Cabales het aan niet Filippijnen begonnen te onderwijzen. Zelfs toen werden instructeurs die Eskrima / Arnis onderwezen in de jaren 1960 en 70 vaak berispt door hun oudsten voor het openbaar onderwijzen van een deel van hun cultuur die was bewaard gebleven door middel van geheimhouding. De verspreiding van Eskrima in Australië werd door Terry Lim (stichter van Destoop Fu Pai Martial Arts Academy) en 4e dan internationale Filippijnse Martial Arts Federation, zeer sterk bevorderd. Hij gaf seminars met de hulp van andere meesters, zoals Maurice Novoa Ruiz (een Wing Chun instructeur).

In de afgelopen jaren is er meer belangstelling voor Eskrima door de verspreiding via het internet. Door de vele filmpjes met technieken voor het nut ervan bij de verdediging tegen messen en het vechten met lemet wapens en de baton. Dientengevolge, zijn vele systemen van Eskrima in variërende graden gewijzigd om hen voor een wereldwijd publiek meer verhandelbaar te maken. Meestal gaat het om meer nadruk op vergrendeling, controle en ontwapening. Met name gericht op aspecten van zelfverdediging. Echter, de meeste stijlen volgen de filosofie dat de beste verdediging is een goede aanval. Moderne trainings methoden hebben de neiging om het zorgvuldige voetenwerk en de lage houdingen te benadrukken. Dit ten koste van het leren van technieken ten gunste van een meer directe (en vaak dodelijk) tactieken ontworpen om direct een ontmoeting te beëindigen.

Duels

Een van de belangrijkste onderdelen in de klassieke Eskrima was Dueling, zonder enige vorm van bescherming. De wedstrijden werden voorafgegaan door Cock-Fighting en konden worden gehouden in een open ruimte of in een speciaal gebouwde behuizing. Arnisadores geloven dat deze traditie dateert uit de pre-data van de koloniale periode. Wijzend op soortgelijke praktijken bij kickboks wedstrijden op het vasteland van Indochina. De Spaanse verslagen vertellen van dergelijke duelgebieden waar de Hanen gevechten plaatsvonden. De oprichters van de meeste van de populaire Eskrima systemen waren beroemde duellisten en er circuleren legenden over hoeveel tegenstanders ze hebben gedood. In landelijke gebieden in de Filippijnen worden vandaag de dag nog steeds moderne Eskrima wedstrijden gehouden in Dueling Arenas. In grotere steden worden de duels soms in parken gehouden door lokale Eskrima scholen. Deze duels zijn niet choreografie, maar ook zijn het geen full-contact wedstrijden.

In deze moderne tijd, is publiekelijk duelleren met messen illegaal in de Filippijnen. Ten gevolge van potentiële verwondingen of de dood. Duelleren met houten stokken en minimale bescherming komt nog steeds voor tijdens Barrio fiestas in sommige steden zoals in Paete in Laguna.

Organization

WEKAF

Het WEKAF systeem werkt met een 10-punten systeem. Vergelijkbaar met het boksen. De deelnemers sparren met houte stokken, dragen een lang gepolsterde vest met rok en mouwen en een helm. Het raken onder de dij is verboden. Dit systeem wordt bekritiseerd omdat het een zware overtreding benadrukt ten koste van defensieve technieken. Soms regenen spelers slagen op elkaar zonder te verdedigen. Wat aanleiding geeft tot de indruk dat de strijders elkaar slechts op een onoverzichtelijke manier raken. Dit is aangepakt door de invoering van een “vier tweede regel”, om te voorkomen dat er constante en onrealistische aanvallen plaats vinden. Scheidsrechters geven geen scoren als de vechter een aanval meer dan twee keer in opvolging gebruikt. Scheidsrechters waarschuwen strijders en verwijder punten na twee waarschuwingen. Nochtans, kunnen de strijders gemakkelijk neergaan door een onrealistische aanval van een ongeschoolde vechter.

Dit is, voor sommigen, een antithese van de traditionele opleiding methoden, waar de opleiding in voetenwerk en arm/wapenbewegingen zijn ingewikkeld en nauwkeurig en een deel van het lichaam van een tegenstander is eerlijk spel. Als gevolg daarvan, WEKAF toernooien kan worden gezien als het niet bevorderen van de originele kunst. Bovendien, de deelnemers zijn bekend te lijden gebroken botten en gewonde pezen te wijten aan het feit dat levende stokken worden gebruikt, zodat het oudere systeem wordt beschouwd als meer ‘ Hardcore ‘ en minder veilig. Een andere klacht over de WEKAF systeem is dat het gebruik van de 10-punt moet systeem, dat is meer subjectief, afhankelijk van wie is te oordelen.

Veiligheidsuitrusting gebruikt in Arnis toernooien met beklede vesten, stokken, hoofddeksels en Lies bewakers

Arnis competities maakt gebruik van schuim-gewatteerde stokken ongeveer een centimeter in diameter met dunne rotan kernen ongeveer een centimeter in diameter. Deze stokken zijn bedoeld om te breken voordat ernstig letsel optreedt. Voor de bescherming, dezelfde hoofddeksels gebruikt in de WEKAF systeem, en een grote Lies bewaker is vereist voor mannen. Vesten (optioneel voor mannen, vereist voor vrouwen), optionele armkappen, shinguards en been wraps worden gebruikt. Scoren is meer vergelijkbaar met schermen waar vechters zijn gescheiden na vaste schone hits worden gemaakt (waargenomen door meerdere rechters gestationeerd op verschillende posities te observeren als hits waren schoon en gedeblokkeerd, en bepalen de sterkte van de staking door de luidheid van de impact). Alternatieve manieren om te scoren zijn om je tegenstander te ontwapenen of om hem te dwingen om buiten de ring te stappen.

Elk deel van het lichaam, van kop tot teen, is eerlijk spel als een doelwit-met uitzondering van de achterkant van het hoofd, die de diadeem niet beschermt. Steekt naar het gezicht zijn niet toegestaan, omdat de dunne rotan kern kan doordringen in de padding en slip door de grillen van het hoofddeksel in het oog van de speler. Stuwkracht aan het lichaam punten te scoren, maar zijn moeilijker te presenteren aan rechters voor het scoren, omdat ze minder lawaai maken en het is moeilijk om de impact te bepalen.

Stoten, schoppen en gooit zijn niet toegestaan. Langdurige clinch om te voorkomen dat de tegenstander van opvallend is niet toegestaan (vergelijkbaar met West-boksen) om het spel bewegen en interessanter voor het publiek dat niet kan waarderen de fijne en praktische aspecten van het worstelen te houden. Ontwapening moet snel en netjes worden uitgevoerd om te tellen. Omdat de benen zijn eerlijke doelen, in lichtere gewicht divisies, complexe ontduiking en diepe longen waar de spelers liggen horizontaal met de torso bijna het aanraken van de vloer uit te breiden bereik worden vaak gezien.

Hoewel gewatteerde stokken worden gebruikt in de sport, spelers regelmatig te behouden grote kneuzingen die laatste weken en soms kleine verwondingen aan de gewrichten en vanwege de enorme hoeveelheid kracht gegenereerd door geconditioneerde beoefenaren. Soms is de vulling komt vaak uit de harder raken spelers en een oorzaak van de schade is wanneer een speler wordt getroffen door de blootgestelde rotan kern. Toch, deze zijn relatief klein in vergelijking met blessures aanhoudende wanneer beoefenaren sparren met levende stokken.

Een groot probleem met de afwijkende systeem is dat omdat de gewatteerde stokken met lichte rotan kernen worden gebruikt, hebben ze de neiging om Flex en “lag”, waardoor de ervaring aanzienlijk verschilt van het gebruik van een live-stick en in die zin, vermindert de “realisme” van dit systeem. Dat is aanvaardbaar, maar de nadruk ligt op de veiligheid.

Net als de sayaw (wat “dans” betekent) in het WEKAF systeem, heeft het systeem een aparte single en team choreografie divisie genaamd anyo (Tagalog voor ‘ Forms ‘). Afgezien van de visuele aantrekkingskracht, praktische strijdlustige toepassingen moeten duidelijk worden gezien om te voorkomen dat op zoek als gewoon majorettes in marching bands die net twirl batons en dans (een concept vergelijkbaar met de Floreio (“floreren”) aspect van Capoeira en te tricken die meer voor de show dan de uitvoerbaarheid). IMAFP standaard uitrusting wordt gebruikt in de internationale arena.

Andere

In een andere variatie die mes gevechten simuleert, concurrenten gebruiken valse messen omzoomd met lippenstift te markeren waar een tegenstander is geslagen. Deze wedstrijden worden beschouwd als meer vergelijkbaar met traditionele duels dan de WEKAF Point-systeem.

Wapens

Arnis studenten beginnen hun instructie door te leren om te vechten met wapens, en alleen vooraf aan lege handen training zodra de stok en mes technieken zijn voldoende onder de knie. Dit is in tegenstelling tot de meeste andere bekende Aziatische martial arts , maar het is gerechtvaardigd door het principe dat blote handbewegingen zijn natuurlijk verworven door dezelfde oefeningen als het wapentechnieken, het maken van spier-geheugen een belangrijk aspect van het onderwijs. Het is ook gebaseerd op het voor de hand liggende feit dat een gewapende persoon die is opgeleid heeft het voordeel ten opzichte van een getrainde ongewapende persoon, en dient om de voorwaarde studenten om te vechten tegen De meeste systemen van Arnis passen één enkele reeks technieken voor de stok, het mes, en de lege handen toe, een concept dat soms als motie groepering wordt bedoeld. Aangezien het wapen wordt gezien als gewoon een uitbreiding van het lichaam, dezelfde hoeken en voetenwerk worden gebruikt, hetzij met of zonder een wapen. De reden hiervoor is waarschijnlijk historisch, omdat Tribal Warriors ging in de strijd bewapend en alleen toevlucht tot blote hand gevechten na het verliezen van hun wapens.

Veel systemen beginnen met trainen met twee wapens, ofwel een paar stokken of een stok en een houten mes. Deze stijlen benadrukken het houden van beide handen vol en nooit verplaatsen ze in dezelfde richting, en treinen beoefenaren te worden ambidextrous. Bijvoorbeeld, kan een stok staking het hoofd, terwijl de andere hits de arm. Deze opleiding ontwikkelt de mogelijkheid om zelfstandig gebruik van beide ledematen, een waardevolle vaardigheid, zelfs bij het werken met een enkel wapen.

Een kernconcept en onderscheiden kenmerk van Filipijnse Martial Arts is de Live hand. Zelfs wanneer als een beoefenaar slechts één wapen hanteert, wordt de extra hand gebruikt om het wapen van een tegenstander te controleren, te trappen of te ontwapenen en te helpen bij het blokkeren, gezamenlijk vergrendelen en manipuleren van de tegenstander of andere gelijktijdige bewegingen zoals biceps Destruction met de Live hand.

Baston

Een set bamboe Baston

De meest elementaire en gemeenschappelijke wapen in Arnis is de Baston of yantok. Ze zijn meestal opgebouwd uit rotan, een goedkope stam van een soort van Zuidoost-Aziatische wijnstok. Hard en duurzaam nog lichtgewicht, het flarden alleen onder de ergste misbruik en niet splinter als hout, waardoor het een veiliger training tool. Dit aspect maakt het nuttig in de verdediging tegen messen. Kamagong (Ironwood of ebbenhout) en bla (hart van de Palm) worden soms gebruikt na verkoold en verhard. Deze hardhout zijn over het algemeen niet gebruikt voor sparring, echter, omdat ze dicht genoeg zijn om ernstige verwondingen veroorzaken, maar de traditionele sparring omvat geen wapen om het lichaam contact. De deelnemers zijn bekwaam genoeg om Parry en Counter Strike, tonen respect in niet opzettelijk raken van de opleiding partner. In de moderne tijd, veel Arnis beoefenaren zijn ook gekomen om hoofd-en handbescherming te dragen tijdens het sparren met rotan stokken, of anderszins gebruik van gewatteerde Bastons. Sommige moderne scholen gebruiken ook stokken die uit aluminium of andere metalen, of moderne high-impact plastieken worden gemaakt.

Impact wapens

  • Baston, olisi, yantok: stok, variërend van vierentwintig tot achtentwintig centimeter lang.
  • Largo Mano yantok: langere stok, variërend van achtentwintig tot 36 centimeter
  • Dulo y dulo: korte stok ongeveer vier tot zeven centimeter in lengte, gehouden in de Palm van de hand
  • Bankaw: zes-voet pool. Staven kunnen worden gebruikt om de praktijk zwaard technieken
  • Houten dolk die 12 tot 14 duim meet (300 tot 360 mm)
  • Panangga: schild
  • Geïmproviseerde wapens: houten planken, stalen buizen, paraplu’s, zaklampen, opgerolde tijdschriften/Kranten, boeken, mobiele telefoons, tennisrackets, kont van biljart Cue, flessen, koffie mokken, stoel benen, boomtakken of twijgen, enz.

Scherpe wapens

Traditioneleginunting van de Visayas eilanden (links, en drie talibongs).

Baraw is een Cebuano term die gebruikt wordt in Eskrima dat mes of dolk betekent. De term Baraw wordt vaker gebruikt op het eiland Cebu in de regio Visayan terwijl andere eilanden en regio’s meer in het algemeen gebruik maken van de term David , maar beide termen zijn vaak uitwisselbaar binnen de Filippijnse Martial Arts Gemeenschap.

De voorwaarden Baraw en David kan worden gebruikt als solo Baraw of solo-David in verband met enkele mes vechten en defensiesystemen, dubbele Baraw of twee aparte David geassocieerd met de dubbel mes gevechts systemen of zelfs met een combinatie van lange en korte wapens bijvoorbeeld stok en dolk vecht systemen olisi Baraw of zwaard en dolk gevechts systemen Espada y David.

  • Bat/Cuchillo (Spaans voor dolk en mes) of Baraw/Pisaw: dolken of messen van verschillende vormen en maten
  • Balisong: Fan mes of vlinder mes uit Barrio Balisong in Batangas provincie. Het handvat is twee-delig en hecht aan een draaibare dat plooien om het mes te sluiten wanneer dicht.
  • Karambit: klauw vormig Indo-Maleis blad gehouden door het invoegen van de vinger in een gat aan de bovenkant van het handvat.
  • : Een mes/zwaard vergelijkbaar met een machete
  • Pinuti: een type van zwaard uit Cebu mes vormige vergelijkbaar met een Sundang maar langwerpig.
  • Iták of sundáng: een boerderij of huis Hold Blade implementeren, het mes heeft een uitgesproken buik, beitel grond rand met het handvat schuin naar beneden.
  • Barong: brede platte Bladvormige Blade vaak gebruikt door vrouwen.
  • Binakoko: lang mes vernoemd naar een Porgy vis
  • Dinahong palay: heeft een zeer smalle bladvorm vergelijkbaar met een rijst blad.
  • Kalis of Kris: Indo-Maleise dolk, vaak gegeven een golvend mes, wordt het het meest meestal gebruikt in de zuidelijke provincies
  • Kampilan: vork-getipt zwaard, populair in de zuidelijke Filipijnen
  • Sibat: speer
  • Geïmproviseerde wapens: Icepicks, box cutters, schroevendraaiers, schaar, gebroken flessen, pennen, autosleutels (met behulp van de push Knife grip)

Flexibele wapens

  • Sarong: een lengte van stof gewikkeld rond de taille
  • Ekut: zakdoek
  • Tabak-toyok: geketende stokken/klepel of Nunchaku
  • Latigo (Spaans voor zweep): bestaande uit een handvat tussen 8 en 12 centimeter (200 en 300 mm), en een zweep bestaande uit een gevlochten Thong 3 – 20 ft (0.91 – 6.10 m) lang. De “Fall” aan het einde van de zweep is een stuk van leer 10 – 30 inch (250 – 760 mm) in lengte. [67]
  • Geïmproviseerde wapens: gordel, bandana, zakdoeken, hemden, handdoeken/sokken met harde zeepstaven/rotsen, touwen, stroomkabels, enz.

Rangen

RangRiemEngelse naamFilipijnse naam
Witte gordelBeginnendeBaguhan
GeelIntermediair 1Sanay 1
GroeneIntermediair 2Sanay 2
BlauweIntermediair 3Sanay 3
BrownGeavanceerdeBihasa
ZwarteMaster 1Legrand/Lakambini 1
ZwarteMaster 2Legrand/Lakambini 2
ZwarteMaster 3Legrand/Lakambini 3
ZwarteMaster 4Legrand/Lakambini 4
ZwarteMaster 5Legrand/Lakambini 5
ZwarteMaster 6Legrand/Lakambini 6
ZwarteMaster 7Legrand/Lakambini 7
ZwarteMaster 8Legrand/Lakambini 8
ZwarteMaster 9Legrand/Lakambini 9
ZwarteGrand MasterLegrand/Lakambini 10

Technische aspecten

Waaiers

De meeste systemen erkennen dat de technische aard van de bestrijding drastisch verandert als de afstand tussen de tegenstanders verandert, en in het algemeen classificeren van de bereiken in ten minste drie categorieën. Elk assortiment heeft zijn karakteristieke technieken en voetenwerk. Natuurlijk, sommige systemen plaats meer nadruk op bepaalde bereiken dan anderen, maar bijna alle erkennen dat de mogelijkheid om te werken in en controle elk bereik is van essentieel belang. De Balintawak stijl bijvoorbeeld, gebruikt lange-, middel-en korte-afstands vechttechnieken, maar richt zich op het korte bereik.

Om de controle van het bereik, en voor tal van andere doeleinden, goed voetenwerk is essentieel. De meeste Eskrima systemen verklaren hun voetenwerk in termen van driehoeken: normaalgesproken bij het verplaatsen in elke richting twee voeten bezetten twee hoeken van de driehoek en de stap is naar de derde hoek zodanig dat er geen been kruist de andere op elk gewenst moment. De vorm en de grootte van de driehoek moeten aan de specifieke situatie worden aangepast. De stijl van voetenwerk en de staande positie variëren sterk van school tot school en van huisarts tot beoefenaar. Voor een zeer traditionele school, bewust van Battlefield noodzakelijkheden, standpunten zijn meestal zeer laag, vaak met een knie op de grond, en voetenwerk is complex, waarbij veel zorgvuldige cross-stappen om beoefenaren om te gaan met meerdere tegenstanders. De Villabrille en San Miguel stijlen worden meestal onderwezen op deze manier. Systemen die zijn aangepast aan duels of sportieve wedstrijden in het algemeen werken eenvoudiger voetenwerk, gericht op een enkele tegenstander. Noord-Amerikaanse scholen hebben de neiging om veel meer rechtop houding te gebruiken, omdat dit minder stress legt op de benen, maar er zijn enkele uitzonderingen.

Stakingen

Veel Filippijnse systemen richten zich op de verdediging tegen en/of reageren op hoeken van de aanval in plaats van bijzondere stakingen. De theorie hierachter is dat vrijwel alle soorten van hand-to-hand aanvallen (barehanded of met een wapen) geraakt of een strijder te bereiken via deze hoeken van de aanval en de redenering is dat het efficiënter is om te leren verdedigen tegen verschillende hoeken van de aanval in plaats van Leer te verdedigen tegen bepaalde stijlen, bepaalde technieken of bepaalde wapens. Bijvoorbeeld, de techniek voor de verdediging tegen een aanval hoek die komt overhead van het recht is zeer vergelijkbaar of de aanvaller blote vuisten, een mes, een zwaard of een speer gebruikt.

Oudere stijlen gaf elke hoek een naam, maar meer recente systemen hebben de neiging om gewoon nummer ze. Veel systemen hebben twaalf standaard hoeken, hoewel sommige hebben zo weinig als 5, en anderen zo veel als 72. Hoewel de exacte hoeken, de volgorde waarin ze zijn genummerd in (numerado), en de manier waarop de speler voert bewegingen variëren van systeem tot systeem, de meeste zijn gebaseerd op Filipijnse kosmologie. Deze standaard hoeken beschrijven oefeningen. Om de steun memoriseren, speler vaak de praktijk een standaardreeks van stakingen uit deze hoeken, riep een ABECEDARIO (Spaans voor “alfabet”). Dit zijn beginners stakingen of de “ABC” van Arnis.

Sommige hoeken van aanval en sommige stakingen hebben karakteristieke namen:

  • San Miguel is een Forehand staking met de rechterhand, de overgang van de rechter schouder van de aanvaller naar hun linker heup. Het is vernoemd naar Saint Michael of de Aartsengel Michaël, die vaak wordt afgebeeld met een zwaard in deze hoek. Dit is de meest natuurlijke staking voor de meeste ongetrainde mensen. Het wordt algemeen aangeduid als “hoek #1”, in systemen waar opvallende hoeken zijn genummerd voor opleidingsdoeleinden, omdat het wordt verondersteld de meest waarschijnlijke hoek van de aanval.
  • Sinawali is de handtekening Double-stick weven beweging in verband met Arnis vernoemd naar de geweven kokosnoot of palmbladeren genoemd tasmara die bestaan uit de muren van de huizen van de hut . Het wordt vaak gezien in double-stick continue Attack-Parry partner demonstraties.
  • Een andere handtekening techniek is de Redonda, die een ononderbroken cirkel naar beneden-opvallende dubbel-stok twirling techniek is.
  • Een Redonda (Spaans voor “ronde”) is een staking die in een cirkel ranselt om aan zijn punt van oorsprong terug te keren. Dit is vooral handig bij het gebruik van stokken in plaats van zwaarden, een dergelijke staking maakt extreem snelle stakingen, maar moet een constante praktijk.
  • Een Abanico (Spaans voor fan) of witik is een staking die wordt uitgevoerd door flicking de pols 180 graden in een fan-vormige beweging. Dit soort staking kan zeer snel en komen uit onverwachte hoeken.
  • Pilantik is een staking uitgevoerd door zweepslagen de stok rond de pols over het hoofd in een beweging vergelijkbaar met de Abanico, maar in afwisselende 360 graden stakingen. Het is het meest nuttig wanneer vechters zijn in worstelen bereik en kan niet genoeg ruimte creëren voor normale stakingen.
  • Hakbang (Filipijns voor “stap”) is een algemene term voor voetenwerk. Bijvoorbeeld, hakbang paiwas is draaiend voetenwerk, terwijl hakbang tatsulok is driehoek Stepping.
  • Puño (Spaans voor “vuist”, “gevest”, of “handvat”) is een staking geleverd met de kont van het wapen. Het richt zich gewoonlijk op een zenuw punt of andere zachte vlek op de tegenstander maar in bekwame handen, kan puño worden gebruikt om beenderen te verbrijzelen.

Merk op dat veel Arnis technieken hebben Spaanse namen, omdat het Spaans was de Lingua Franca gesproken tijdens de koloniale tijd onder de inboorlingen die sprak meer dan 170 verschillende dialecten in de archipel 7100 + eilanden.

Arnis technieken zijn over het algemeen gebaseerd op de veronderstelling dat zowel de student en de tegenstander zijn zeer hoog opgeleid en goed voorbereid. Om deze reden, Arnis de neiging om extreme voorzichtigheid te bevoordelen, altijd rekening houdend met de mogelijkheid van een mislukte techniek of een onverwachte mes. Aan de andere kant, de beoefenaar wordt verondersteld in staat om precies en snel staking. Het algemene principe is dat een tegenstander het vermogen om aan te vallen moet worden vernietigd in plaats van te proberen om hen te kwetsen om hen te overtuigen om te stoppen. Zo veel stakingen zijn gericht op de handen en armen, in de hoop om de hand die het wapen of snijd de zenuwen of pezen te beheersen (het concept van defanging de slang) te breken, maar stakingen aan de ogen en benen zijn belangrijk. Een populaire geheugensteuntje stelt dat “Stick zoekt bot, Blade zoekt vlees”.

Mano Mano

Mano Mano is de lege hand component van Filipijnse Martial Arts, met name Arnis. De termijn vertaalt als “handen” of “hand aan hand” en komt uit het Spaanse woord Mano (hand). Het is ook bekend als suntukan of panununtukan in Luzon en Pangamot in de Visayas, evenals de Cena, deCena de Mano of Arnis de Mano in sommige FMA Systemen. Amerikaanse kolonisten verwezen naar het als “Combat Judo” of “Filipijnse boksen”.

Mano Mano omvat ook schoppen, ponsen, vergrendelen, gooien en Dumog (worstelen). Filipijnse Martial Artists beschouwen de lege handen als een ander wapen en alle bewegingen van Mano Mano zijn direct gebaseerd op wapentechnieken. In Arnis, wapens worden gezien als een uitbreiding van het lichaam, zodat de opleiding met wapens natuurlijk leidt tot vaardigheid in blote handen te bestrijden. Om deze reden, wordt Mano Mano vaak onderwezen in de hogere niveaus van Arnis nadat de wapens opleiding is beheerst omdat de gevorderde studenten hun ervaring met wapens aan het ongewapende vechten zouden kunnen toepassen. Dit is niet altijd het geval echter, zoals sommige systemen van Arnis beginnen met (en soms alleen bestaan uit) lege handen vechten.

Schoppen

Paninipa, Pagsipa, Pananadiyak, Pagtadiyak, en Sikaran (alle termen voor “schoppen” in verschillende regio’s, dialecten en stijlen) zijn componenten van Eskrima die zich richten op knieën, struikelen, low-line kicks, en stampt. Pananjakman is ook een term die wordt gebruikt in de Filipijns-Amerikaanse ontwikkelde en westerse FMA systemen, meestal verwijzen naar het systeem van de Lucky Lucaylucay, Floro Villabrille en dan Inosanto Blend Lineage. Behalve voor de verschillende stijl van Sikaran van de Baras gebied van de provincie Rizal, die ook gebruik maakt van hoge schoppen, schoppen als een aparte kunst is nooit onderwezen door zichzelf in de Filippijnen, en deze praktijk wordt alleen gedaan in het westen met Pananjakman. Pananjakman wordt meestal onderwezen samen met Panantukan.

Paninipa kan worden beschouwd als de studie van de been spieren en botten en hoe ze zijn aangesloten, met het doel van ofwel het toebrengen van pijn of rechte breken of verplaatsen van de botten. De meest opvallende technieken omvatten het toepassen van druk om de doelgebieden op onnatuurlijke manieren te buigen om hen te verwonden of te breken. Deze druk kan worden geleverd in de vorm van een hiel Smash, een teen kick, een stomp, of een knie. Doelstellingen zijn de lies, dijen, knieën, schenen, enkels, voeten en tenen. Het bovenlichaam wordt alleen gebruikt voor defensieve manoeuvres, waardoor pananadiyak ideaal voor wanneer strijders zijn bezig met een clinch. Wanneer effectief gebruikt, kan de stakingen brengen een tegenstander op de grond of anderszins een einde maken aan een woordenwisseling door ze te zwak om te staan.

Fundamentele technieken zijn schoppen of smashing de enkel om het te dwingen, hetzij naar of weg van de tegenovergestelde voet (ernstige supinatie of pronatie, respectievelijk), hiel-stampen de bovenkant van de voet, waar het aan het onderbeen, zodat te breken of te verpletteren de talrijke botten of anderszins verstoren het evenwicht van de tegenstander, en Smashing de tegenstanders knie van de kant om de knie te breken (met ernstige supinatie en pronatie als het gewenste resultaat).

Boren

Verschillende klassen van oefeningen, zoals sombrada, Contrada, sinawali, hubud-lubud en sequidas, aanvankelijk gepresenteerd aan het publiek als een set van georganiseerde boren door de Inosanto school, zijn uitdrukkelijk ontworpen om partners in staat te stellen snel te bewegen en te experimenteren met variaties terwijl ze veilig blijven. Bijvoorbeeld, in een sumbrada boor, een partner voedt een aanval, die de andere tellers, stroomt in een tegenaanval, die vervolgens wordt tegengegaan, stroomt in een tegenaanval, en zo verder. De hubud-lubud of hubad-Lubad van Doce pares wordt vaak gebruikt als een soort van “generator” boor, waar men wordt gedwongen om te handelen en snel denken. In eerste instantie leren studenten een specifieke reeks aanvallen, tellers en tegen aanvallen. Als ze vooraf kunnen ze kleine variaties toe te voegen, verander het voetenwerk, of overschakelen naar volledig verschillende aanvallen; uiteindelijk wordt de oefening bijna volledig vrij-vorm. Palakaw, uit de Balintawak stijl, zijn un-choreografie en willekeurige defensieve en offensieve moves. Palakaw in Cebuano betekent een walk-through of het repeteren van de verschillende stakings hoeken en verdedigingen. Het kan zijn bekend als corridasof opvallende zonder orde of patroon. Ontwapent, nemen-downs, en andere technieken meestal breken de stroom van dergelijke een boor, maar ze zijn meestal gestart vanuit dergelijke een opeenvolging van bewegingen te dwingen de student aan te passen aan verschillende situaties. Een veelvoorkomende truc is om te beginnen een boor met elke student gewapend met twee wapens. Zodra de boor vloeit, als een student ziet een kans om te ontwapenen hun tegenstander, ze doen, maar de boor totdat beide studenten zijn met lege handen. Sommige oefeningen gebruik slechts één wapen per paar, en de partners beurten elkaar te ontwapenen. Seguidas boren, ontleend aan de San Miguel-systeem, zijn sets van raken en verkeer patronen waarbij meestal stok en dolk.

Ritme, terwijl een essentieel onderdeel van Eskrima boren, wordt meer benadrukt in de Verenigde Staten en Europa, waar een regelmatige beat dient een gids voor studenten te volgen. Om de veiligheid te garanderen, presteren de deelnemers de meeste boren in een constant tempo, die ze stijgen naarmate ze vorderen. Het ritme, samen met de Zuid-Filipijnse kledij van een vest en sjerp broek, wordt vaak verward met een soort van traditie bij het beoefenen van Eskrima in de Filippijnen-misschien ten onrechte afgeleid van traditionele ritme-based dansen of een poging om toe te voegen een gevoel van etniciteit. Eskrima wordt meestal beoefend in de Filippijnen zonder een ritme, off-beat of uit het ritme. De diversiteit van de Filippijnse Martial Arts betekent dat er geen officieel gevestigde standaard uniform in Eskrima.

De live hand

De levende hand is de tegenovergestelde hand van de beoefenaar die niet bevat het belangrijkste wapen. Het zware gebruik van de Live hand is een belangrijk concept en een onderscheidend kenmerk van Eskrima. Zelfs (of vooral) wanneer leeg, de Live hand kan worden gebruikt als een metgezel wapen door Eskrima beoefenaren. In tegenstelling tot de meeste wapensystemen zoals schermen waar de off-hand is verborgen en niet gebruikt om te voorkomen dat wordt getroffen, Eskrima actief gebruik van de Live hand voor het vangen, vergrendelen, ondersteunende wapen blokken, controleren, ontwapenen, slaan en het regelen van de tegenstander.

Het gebruik van de Live hand is een van de meest evidente voorbeelden van hoe Eskrima methode om te beginnen met wapens opleiding leidt tot effectieve lege hand technieken. Vanwege de dubbele Baston (dubbel wapens) of Espada y David (zwaard en parrying Dagger) ambidextrous wapen spier geheugen conditionering, Eskrima beoefenaren vinden het gemakkelijk om de off-hand actief te gebruiken zodra ze de overgang van Gebruik het met een wapen om een lege hand.

Tweepersoons Baston

De dubbele Baston, en minder vaak twee olisi, zijn gemeenschappelijke namen voor een groep Technieken die 2 stokken impliceren. De kunst is meer algemeen bekend over de hele wereld als Sinawali zin “te weven”. De term Sinawali is afkomstig van een mat genaamd tasmara die vaak wordt gebruikt in de tribale… Het is opgebouwd uit geweven stukjes palmblad en gebruikt voor zowel vloeren en muren.

Deze techniek vereist de gebruiker om zowel linker als juiste wapens op een gelijke manier te gebruiken; veel coördinatie boren worden gebruikt om de beoefenaar te helpen meer ambidextrous te worden. Het is de sectie van de kunst die vooral wordt onderwezen op de tussenliggende niveaus en hoger en wordt beschouwd als een van de belangrijkste gebieden van het leren in de kunst.

Sinawali

Sinawali verwijst naar de activiteit van “het weven”, zoals toegepaste Eskrima met betrekking tot een reeks twee-persoon, twee-wapenoefeningen. De term komt van “Tasmara”, de geweven muren van de hutten van het.

Sinawali oefeningen bieden Eskrima beoefenaren met basisvaardigheden en bewegingen die relevant zijn voor een modus van twee-Weapon blokkering en respons methode genaamd Doblete. Sinawali opleiding wordt vaak ingevoerd om novicen om hen te helpen ontwikkelen van bepaalde fundamentele vaardigheden-met inbegrip van: lichaam positionering en afstand ten opzichte van een tegenstander, rotatie van het lichaam en de juiste draairadius, erkenning van een centrum van zwaartekracht, oog-hand coördinatie, target perceptie en erkenning, verhoogde ambidexterity, erkenning en prestaties van ritmische structuren voor het bovenlichaam beweging, en gespierde ontwikkelingen belangrijk voor de kunst, vooral, de pols en de onderarm Regio ‘s. Het helpt leren de beginnende eskrimador juiste positionering, terwijl swingende een wapen.

Cross-training

De Chinese en Maleise gemeenschappen van de Filippijnen hebben beoefend Eskrima samen met kuntaw en Silat eeuwenlang, zozeer zodat veel Noord-Amerikanen ten onrechte geloven Silat te zijn ontstaan in de Filippijnen.

Sommige van de moderne stijlen, in het bijzonder Doce pares en moderne Arnis bevatten enkele elementen van de Japanse Martial Arts , zoals gezamenlijke sluizen, gooit, blokken, stakingen, en grondwerken, genomen uit: jujutsu, Judo, Aikido en Karate als enkele van de oprichters verkregen zwarte gordel dan kwaliteiten in sommige van deze systemen. Sommige Eskrima stijlen zijn complementair met de Chinese Wing Chun, of de Japanse Aikido als gevolg van het zenuwstelsel conditionering en het lichaam mechanica bij het opvallen, twirling of swingende stokken.

In westerse landen, is het gebruikelijk om Eskrima praktijk in combinatie met andere Martial Arts, met name Wing Chun, Jeet Kune Do en Silat. Dientengevolge, is er wat verwarring tussen stijlen, systemen, en lineage, omdat sommige mensen cross-Train zonder het geven van gepast krediet aan de stichters of de principes van hun kunsten. Bijvoorbeeld, Amerikaanse Kenpo en kajukenbo cross-training sporen terug naar de interacties tussen Chinese, Japanse en Filippijnse immigranten in territoriale/pre-soevereiniteit Hawaii, en in mindere mate in andere delen van de Verenigde Staten. In de Verenigde Staten de cross-training tussen Eskrima en Jeet Kune doen concepten zoals onder leiding van dan Inosanto van de Inosanto Academy in Marina del Rey, Californië, gaat volgens de stelregel “absorberen wat nuttig is, verwerpen wat nutteloos is”.