Technieken

Standen

Hieronder worden een aantal standen van het karate behandeld. Deze kunnen in de verschillende stijlen iets afwijken. Dit is afhankelijk van de desbetreffende leraar. Binnen het karate en eigenlijk voor elke krijgskunst geldt dat de standen ontzettend belangrijk zijn. Ze zijn een belangrijk onderdeel van de basis voor elke karateka. Zonder een goede stand kan men niet stoten of trappen. Standen zijn een belangrijk fundament.

Zenkutsu dachi (voorwaartse stand)
De zenkutsn dachi komt het meest voor en wordt de karate leerling als eerste geleerd. De verhouding van het gewicht is 60 % voor en 40 % achter. Het is belangrijk dat de benen niet te ver, of te wijd uit elkaar staan. Verder is het belangrijk dat het achterste been gestrekt is. Zorg ook dat je niet te hoog op de benen staat. Het is een redelijke diepe stand. Bij het voortbewegen blijf je op 1 hoogte en het is belangrijk dat je goed de benen aansluit ter bescherming van het kruis. De benen moeten op heup wijd te blijven staan.

Kokutsu dachi (achterwaartse stand)
De kokutsn dachi is één van de moeilijkste bewegingen om uit te voeren De verhouding van het gewicht is 70% achter en 30% voor. De knie van het voorste been moet iets gebogen zijn. De hakken moeten op 1 lijn staan. Hier is het ook belangrijk dat men op 1 hoogte blijft bij het voortbewegen. Het is een moeilijke stand om aan te leren. Het is ook niet de bedoeling dat men met de voeten stampt bij het voortbewegen.

Kiba dachi (zijwaartse stand)
De kiba dachì wordt ook wel de ruiterstand of paardrijd stand genoemd. De houding vergt veel van knieën en gewrichten. De hakken staan op 1 lijn met de knieën naar buiten gedrukt. Dit is heel zwaar voor een beginnende karateka. De verhouding van het gewicht is 50% links en 50% rechts. Het is voor het trainen van de been- spieren een heel goede stand om te gebruiken. Zorg dat je goed warm bent als je aan de kiba dachi begint. Hier is het ook van belang dat je tijdens het voortbewegen niet omhoog komt.

Traptechnieken

Voor heel veel mensen die karate gaan beoefenen zijn de traptechnieken van heel groot belang. Er zijn Karateka’s die het trappen tot het hoogste doel stellen. Dat is een grove fout. De traptechnieken behoren tot het arsenaal van de karateka, maar het is niet het allerbelangrijkste. Het is niet zo dat een karateka begint met trappen, dus over een vorm van basis hoeven we hier niet te spreken. Het trappen wordt pas echt van belang als de basishouding er goed in zit.

Mae geri (voorwaartse trap)
De mae geri is de meest directe en effectiefste trap binnen het karate. Het is ook de trap die men het makkelijkst kan aan leren. De mae geri kan men overal op het lichaam richten. Van belang bij deze trap is wel dat men de tenen goed optrekt. Het raakvlak is met de bal van de voet. Gevorderde karateka’s leren ook de trap uit te voeren maar dan met de grote teen. Deze richt men dan op zachte gedeelten zoals de keel.

Mawashi geri (cirkelende trap)
De mawashì geri is een van de spectaculairste karatetechnieken. Het been wordt met een boog naar het doel gebracht. Het is met deze techniek mogelijk om het hoofd of het lichaam aan te vallen. Raakvlakken van de voet zijn de wreef en de bal van de voet. De trap met de wreef wordt het meest gebruikt. Vooral in wedstrijden is de trap met de wreef van de voet het meest voorkomend. Met de bal van de voet is effectiever.

Yoko geri (zijwaartse trap)
De yoko geri benut de volledige trapkracht van het been. De yoko geri richt men meestal uit naar chudan hoogte. Het raakvlak is met de meskant van de voet (sukuto). Het is een moeilijk techniek om aan te leren.

Ushiro geri (achterwaartse trap)
De Ushiro geri is een van de moeilijkste technieken. Het is de bedoeling dat je op één been in evenwicht blijft, terwijl je rond draait. Timing is bij deze trap ontzettend belangrijk. als de Ushiro geri goed wordt uitgevoerd, dan is het een krachtige techniek. Je gebruikt de stuwkracht van de draaiende beweging.

Stoottechnieken

Als de standen er zijn dan gaan we over tot de stoten. Ook hierin hebben we aantal variaties. Hier zullen we het vooral over de meest algemene stoten hebben. Het is wel van belang om bij de stoten de schouders omlaag te houden. Het valt mij op dat karateka’s de schouders optrekken. Hierdoor ontstaat een verkrampte houding.

Choku tsuki (rechtstreekse vuiststoot)
De choku tsuki is de klassieke karatestoot. De vuist vertrekt omgekeerd vanuit de heup, maar draait bij het contact. Timing is van belang. Begin rustig, maar met gevoel. Niet alleen de stotende arm is van belang, ook de terugkerende arm is belangrijk. Wie karate beoefent mag een beweging nooit nonchalant uitvoeren. Ook als je het langzaam aan uitvoert moet je dit met de juiste mentale instelling en aandacht voor detail uitvoeren.

Oì tsuki (vorderende stoot)
De Oò tsuki is een vuiststoot waar leerlingen als eerste mee te maken krijgen. De stoot is een combinatie stoot van een draaiende basisstoot en de voorwaartse stand. Het is een rechtstreekse en energieke karatetechniek.

Gyakutsuki (tegengestelde vuiststoot)
De Gyaku tsuki is één van de populairste karatetechnieken. Het is een stoot die men ge makkelijk kan inzetten bij een tegenaanval. Het gebruik van het lichaam is hier heel belangrijk. Het is ook een krachtig wapen.

Kizami tsuki (korte vuiststoot)
De kizami tsukì wordt uitgevoerd met de voorste hand. Dus de hand aan dezelfde kant van het voorste been in voorwaartse stand. Het is gebruikelijk om deze stoot richting het gezicht te geven. Het kan als een stoptechniek worden beschouwd. let goed op dat je de ellebogen naar binnen houdt. Doe je dit niet dan kan dit schade berokkenen aan de elleboog gewrichten.

Trefvlakken

SeiknVoorvuist (de eerste twee Knokkels). Knokkel wijsvinger 80%, knokkel middelvinger 20%
UranOmgekeerde voorvuist. Raakvlak zijn de knokkels. Deze slag heet ook wel de zweepslag
TettuVuistslag (hamervuist)
ShuoZijkant hand (meskant)
HaisuHandrug
NukieVingertoppen (nihon)
NukieVingertop (ippon)
TeisoHandpalm
Kakuo oPols
EmpiElleboog
KoshìBal van de voet
SokutiVoetzool
SokuoZijkant voet
KakaoHiel
HaisuWreef
HizaKnie
SeiryoPinkzijde
HiranAanval met de vingerkoten

Kumité

Naast kata (solo-vormen) kent Karate ook vele partnervormen. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Sanbon Kumité, De driestaps basisvormen.
  • Ippon Kumité, De eenstaps basisvormen.
  • Kihon Kumité, De 10 vormen waarbij de fundamentele principes van het Wado karate getraind worden
  • Ohyo Kumite, De vormen zoals ze door Tatsuo Suzuki sensei zijn gemaakt naar aanleiding van zijn ervaringen in gevechten. Ohyo Kumite wordt veel getraind maar is geen onderdeel van de examenstof van alle stromingen binnen het wado.
  • Idori, vormen in zit.
  • Tanto-dori, traditionele vormen met een tegenstander met een mes.
  • Shinken shirahadori, vormen met een tegenstanden met een zwaard.
  • Jiyu Kumité, Vrij sparren.

Bandenvolgorde

De bandvolgorde kan verschillen. De meest gebruikte volgorde is:

GraadKleur
8e kyu.Wit.
7e kyu.Geel.
6e kyu.Oranje.
5e kyu.Groen / Paars
4e kyu.Blauw.
3e kyu.Bruin.
2e kyu.Bruin.
1e kyu.Bruin.
1e dan.Zwart.
2e dan.Zwart.
3e dan.Zwart.
4e dan.Zwart.
5e dan.Zwart.
6e dan.Zwart of Rood-wit geblokt.
7e dan.Zwart of Rood-wit geblokt.
8e dan.Zwart of Rood-wit geblokt.
9e dan.Zwart of breed Rood.
10e danZwart of breed Rood.